Hoe werkt een lavalamp?
Geplaatst op
Lavalampen waren in de jaren zestig van de vorige eeuw een ware rage. De lavalamp blijft erg bijzonder. De uitvinder van de vloeibare bewegingslamp, Edward Craven Walker, zei naar verluidt ooit: “Als je mijn lamp koopt, hoef je geen drugs te kopen.” Doordat het een tip-achtige scène creëerde.
“Licht van een miljoen bewegende vormen…”
Het concept achter deze unieke lampen is vrij eenvoudig: Neem twee materialen die zich niet met elkaar vermengen en voeg ze bij elkaar. In dit geval is het in principe wax en water.
Als de wax wordt verwarmd door de gloeilamp in de bodem van de lamp, neemt de wax een andere dichtheid aan en zakt hij naar de bodem. Doordat de wax minder weegt, begint de wax vervolgens te zweven. Als de wax de bovenkant van het licht bereikt (het punt dat het verst van de warmtebron verwijderd is), koelt het af – en wordt het dus weer zwaarder en zakt het weg. De hele opwarming en afkoeling herhaalt zich dan weer.
Wat is de samenstelling van de wax?
De ‘lava’ is een mengsel van paraffine en perchloorethyleen. Perchloorethyleen is ook wel een droge reinigingsvloeistof.
Wat is de samenstelling van het vloeibare deel?
Het vloeibare deel van de lavalamp is een mengsel van gedestilleerd water, zuiveringszout, antivries en een kleurstof om de lamp een vette kleur te geven.
De wax en het mengsel van water worden beide in een glasvorm gegoten en op een lichtbron van 40-watt geplaatst. Om de juiste vormen te krijgen is het de kunst om een perfecte verhouding van beide toe te voegen aan de glasvorm. Als de verhouding niet perfect is, kan de wax uiteenvallen in allemaal kleine klodders of blijft deze gewoon hangen.
De precieze verhouding is een handelsgeheim en is nooit naar buiten gebracht. Toch heeft men dit vrij goed uitgezocht en kun je met veel geduld en de juiste materialen heel misschien je eigen lavalamp maken.
Voor het perfecte plaatje kun je natuurlijk ook gewoon een lavalamp kopen.